Accueil L’oulipien de l’année Besoin de vélo
Aan de fiets geklonken

Page précédente Page suivante
Aan de fiets geklonken

De fietser is de leerling van de wind.
Als je fietst zijn er twee soorten winden : de objectieve en de relatieve wind. De eerste wordt voortgebracht door de mechaniek van de wereld en de tweede is het werk van de fietser zelf. Zijn meesterwerk, zeg maar, want hoe sneller hij is, hoe meer wind de fietser voortbrengt.

De wind van de wereld valt ons in het gezicht. Ik ken er geen andere remedie tegen dan vriendschap en solidariteit. De dag dat de noorderwind krachtig in je gezicht beukt, is er niets meer waard dan een kameraad met brede schouders. Je maakt je heel kleintjes achter hem en wacht tot de storm gaat liggen. Dit wil zeggen tot hij zich laat uitzakken en het aan jou is om de kastanjes uit het vuur te halen.

Paul Fournel, Aan de fiets geklonken.

Traduction en néerlandais.